Gabrielle Verbeek is de gemeente ‘s-Hertogenbosch dankbaar. Toen de voetbalclub FC Den Bosch verhuisde kwam er een stuk grond ter grootte van 4 voetbalvelden beschikbaar. Een goudmijn voor projectontwikkelaars. Maar de gemeente koos voor een andere optie. De grond werd toegewezen aan zelfbouwers en aan een groep van 19 enthousiaste 45-plussers. Zij bouwden samen aan de Oosterburen, een bijzondere woongemeenschap die bestaat uit 11 koopwoningen en 3 sociale huurwoningen.
Van zelfstandig wonen naar samenwonen
Sinds Verbeek en haar man verhuisden naar de Oosterburen denken ze nog maar zelden aan hun vorige woning in de regio Utrecht. Nadat de kinderen uit huis gingen bleven er veel kamers ongebruikt. Bovendien zag Verbeek hoe de ouderen bij haar in de straat vereenzaamden en soms hun woning niet meer uitkwamen. Verbeek: “Omdat ik zelf werkzaam ben in de zorg ben ik alert op eenzaamheid bij ouderen. Daardoor zag ik ook hoe belangrijk het is om op tijd te verhuizen naar een levensloopbestendig compact huis. Anders blijf je in een huis wonen dat niet past bij je levensfase Verbeek besloot om zich te oriënteren op woongemeenschappen voor ouderen. Ze bezocht verschillende gemeenschappen met haar eigen verlanglijstje in het achterhoofd: “Voor ons was duurzaamheid belangrijk, net als een fijne en actieve sfeer in de woongemeenschap.Mijn partner en ik hebben allebei een onderneming aan huis. En dan hadden we ook nog eens 3 katten, die ik ook een leuk leven gunde in een nieuwe woning “
Wennen aan een woongemeenschap
Na een lange zoektocht en een tijdelijk verblijf van 2 jaar in een stacaravan in het bos woont Verbeek eindelijk in Oosterburen. Ze is inmiddels zo enthousiast over deze woonvorm dat ze voorzitter is geworden van de Landelijke Vereniging Gemeenschappelijk Wonen van Ouderen (LGVO). Met de vereniging ontwikkelde ze een folder die helpt bij het kiezen van een woongemeenschap die bij je past. Verbeek: “Die was er niet toen wij op zoek gingen en die hebben we zelf gemist. Er komt behoorlijk wat kijken bij de keuze voor een woongemeenschap. Dat komt ook doordat we niet gewend zijn aan wonen in zo’n constructie. In andere landen is dat veel normaler. In Nederland zijn we ontzettend individualistisch en is de stap dus ook vaak groter.” De LVGO geeft voorlichting aan groepen en ondersteunt nieuwe wooninitiatieven met praktisch advies en themabijeenkomsten.
De balans tussen privacy en samenleven
In de woongemeenschap Oosterburen heeft elke bewoner een eigen huis en een eigen leven, maar ook gezamenlijke ruimtes en een sociaal leven. Voor Verbeek was het soms ook even zoeken naar de juiste balans tussen privacy en meedoen aan gezamenlijke activiteiten: “Als ik bijvoorbeeld aan het werk ben en ik weet dat er koffie wordt gedronken in de gezamenlijk ruimte dan moet ik echt even bewust kiezen wat ik doe. Het is super gezellig. Tegelijk wil ik ook gewoon mijn focus op mijn werk houden. ”Maar ze ziet vooral veel voordelen aan de gezamenlijkheid: “We zorgen echt voor elkaar. Pas kwam een mede-bewoner uit het ziekenhuis. We hebben haar toen geholpen met het huishouden en voor haar gekookt. Ook hebben we allemaal noodnummers van elke bewoner en een medicatieoverzicht. Zo weten we zeker dat we juist kunnen handelen als er iets aan de hand is. Ook de leuke dingen worden natuurlijk gedeeld: “Een van de bewoners is alleenstaand en kwam terug van vakantie. Zij was helemaal blij dat zij haar verhalen kwijt kon. Dat is anders dan thuiskomen in een leeg huis.”
Onderzoek naar effecten gemeenschappelijk wonen
In Nederland en Duitsland is er onderzoek gedaan naar het effect op het welzijn en welbevinden van ouderen die in woongemeenschappen leven. Alle onderzoeken wijzen uit dat er een positief effect uitgaat van deze woonvorm. Logisch, volgens Verbeek: “Het is een inclusieve vorm van samenleven. Er is voor iedereen een rol weggelegd.Ik ken bijvoorbeeld een woongroep waar een vrouw van 95 woont. Tijdens de jaarlijkse tuinwerkdag krijgt zij ook een taak: de catering verzorgen. Dat lijkt onbeduidend maar betekent veel voor iemand. Iedereen wil graag het gevoel hebben dat je ergens bij hoort.”
De ideale leeftijd om te verhuizen
Mensen met ambities om op latere leeftijd gezamenlijk te gaan wonen doen er goed aan om dat tijdig in gang te zetten. Verbeek: “Het is ontzettend belangrijk dat je de stap neemt als je nog fit bent. Zeker bij een nieuw op te zetten project komt er namelijk een hoop bij kijken. Er moet een hoop geregeld worden. En gemiddeld duurt het 7 jaar voordat een project gerealiseerd is. Zorg er dus voor dat je ruim op tijd op zoek gaat naar alternatieven. Begin met zoeken op het moment dat de kinderen uit huis gaan of als die er niet zijn: rond je 50e levensjaar.“
Interview met LVGO-voorzitter Gabriëlle Verbeek in de VWS-nieuwsbrief Langer Thuis.
Geef een reactie