De WBTR is bedoeld om het bestuur (en toezicht) van onder meer verenigingen en stichtingen te verbeteren en is onder ander van toepassing op ‘woonverenigingen’ aangesloten bij de LVGO. Enkele woongroepen vroegen aan onze juridisch adviseur hoe zij zich daarop konden voorbereiden. Hij schreef een handreiking.
Al heel snel, namelijk op 1 juli 2021 gaat de WBTR (de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen) in. Hoe moet je je daar als woongemeenschap op voorbereiden? Het is immers taaie en moeilijk leesbare juridische kost. Daarom heeft onze juridisch adviseur een handreiking gemaakt, waarmee je als woongroep over een min of meer kant-en-klare oplossing beschikt om straks te voldoen aan deze WBTR.
Waar de WBTR over gaat
Eerder berichtten we al over wat de WBTR inhoudt : Het gaat voor onze woonverenigingen om twee onderwerpen:
1. Wat als alle bestuursleden tegelijk langdurig afwezig zijn (ziek, onbereikbaar, vacature, geschorst, en dergelijke);
2. Wat als een bestuurslid bij een bestuursbesluit een persoonlijk belang heeft.
Afspraken over wat te doen wanneer deze omstandigheden zich voordoen moeten in de Statuten opgenomen worden. Maar dat hoeft pas bij de eerstvolgende statutenwijziging.
Hoe je voor te bereiden
De ‘eerstvolgende statutenwijziging’ kan bij woongemeenschappen zomaar over een paar jaar zijn. Daarom is het verstandig daarop alvast vooruit te lopen en dat ook vast te leggen. (Overigens wordt wel gedacht dat dit iedere 5 jaar moet, maar dat is niet zo. Er staat geen termijn voor.)
Om afspraken vast te leggen staan twee wegen open:
1.Je kunt een wijzigingstekst voor de statuten goedkeuren op een ledenvergadering, samen met het besluit om dat bij de eerstvolgende statutenwijziging in de statuten op te nemen. Dan ligt dat vast in de notulen van die ledenvergadering. (Denk aan de eisen die jullie statuten stellen aan een besluit tot wijziging van de statuten! Dat is vaak strenger dan bij een gewoon besluit).
2. Je kunt de betreffende tekst, in afwachting van opname in de statuten, alvast opnemen in het Huishoudelijk Reglement. Zo’n besluit neemt ook de ledenvergadering. Het advies is dat ook doen met dezelfde meerderheid als in de statuten staat voor een statutenwijziging, en ook dat vastleggen in de notulen van de betreffende ledenvergadering.
Welke teksten te gebruiken
En dan de tekst van dergelijke bepalingen. Hieronder 2 tekstsuggesties, te zijner tijd op te nemen in de statuten, eerder al in het huishoudelijk reglement.
Tekstsuggestie 1:
“Art. [ … ]
BELET OF ONTSTENTENIS VAN ALLE BESTUURSLEDEN
1. Ingeval bij alle leden van het bestuur tegelijkertijd sprake is van belet of ontstentenis, beslist de Algemene Ledenvergadering zo spoedig mogelijk hoe de vereniging wordt bestuurd zolang die situatie voortduurt.
2. Het initiatief voor het bijeenroepen van de Algemene Ledenvergadering om hierover te besluiten berust bij [ … ].
3. Ingeval deze functionaris niet beschikbaar is en/of dat initiatief niet neemt, kan de Algemene Ledenvergadering bijeengeroepen worden door elk lid van de vereniging.”
Toelichting: situeer dit nieuwe artikel daar in de statuten waar het bestuur wordt geregeld. Om totale hernummering van de statuten te voorkomen, kan dit artikel het nummer krijgen van het direct voorafgaande artikel, met de toevoeging ‘a’.
Degene bij wie het initiatief voor bijeenroepen berust, moet je nog invullen. Dat kan iedere functionaris binnen de vereniging zijn, bv de voorzitter van de toelatingscommissie, of de voorzitter van de beroepscommissie, of wie dan ook; zolang het maar een functie is en niet een persoon, én zolang die functie maar niet wordt ingenomen door een bestuurslid.
Tekstsuggestie 2:
“Art. [ … ]
TEGENSTRIJDIG BELANG
1. Een bestuurslid dat bij een bestuursbesluit een tegenstrijdig belang heeft, dient zich van deelname aan de beraadslagingen over en het nemen van dat besluit te onthouden.
2. Het vorige lid betreft alleen belangen die van zakelijke en/of commerciële aard zijn, en ziet met name niet op besluiten die het bestuurslid persoonlijk en privé raken.
3. Het gestelde in lid 1 treedt in werking zodra een bestuurslid zelf van mening is dat die situatie zich voordoet, of indien een meerderheid van de overige bestuursleden die mening is toegedaan, of indien de situatie naar de mening van een meerderheid van de overige bestuursleden niet voldoende duidelijk is.
4. Indien daar naar de mening van een meerderheid van het bestuur aanleiding toe is, kan het bestuur ook afzien van het nemen van het betreffende besluit en dit voorleggen aan de eerstvolgende Algemene Ledenvergadering. “
Toelichting: het is van belang onderscheid te maken tussen persoonlijke privé-belangen, en persoonsgebonden zakelijke/commerciële belangen. Persoonlijk belang heeft een bestuurslid in onze verenigingen vrijwel altijd wel, immers zelf ook bewoner zijnde.
Een voorbeeld: er moet besloten worden over een nieuwe keuken in de groepsruimte; en de zoon van een van de bestuursleden heeft toevallig een keukenbedrijf. Dan mag dat bestuurslid niet meedoen aan de beslissing wie de nieuwe keuken mag leveren en plaatsen.
Verder regelt dit artikel dat het ook van toepassing is in geval van twijfel; en dat het bestuur de hele beslissing ook kan overdragen aan de ledenvergadering (wat soms, bv omwille van de lieve vrede, nog wel eens verstandig zou kunnen zijn).
Uiteraard vindt ook dit artikel een plaats daar waar in de statuten de bestuurszaken zijn geregeld, en kan ook dit genummerd worden via een ‘a’ of ‘b’.
Met bovenstaande handreiking zal het niet moeilijk meer zijn te voldoen aan de eisen van de WBTR.
Raadpleeg bij twijfel of vragen gerust de juridisch adviseur van de LVGO.
Geen controle, wel nodig!
Bang de datum van 1 juli 2021 toch niet te halen? Zet dan deze handreiking op de agenda van een bestuursvergadering en besluit daar dat dit een agendapunt wordt voor de eerstvolgende ALV. Dan ben je redelijkerwijs ook voldoende op tijd. Bovendien zal deze wet niet gecontroleerd gaan worden: Een manco komt aan het licht als er iets mis gaat.
Geef een reactie