Architecten zijn vaak nog onvoldoende thuis in het ontwerpen voor ontmoeten in geclusterde woonvormen. Senioren zoeken naar nieuwe woonvormen waar zij met anderen kunnen wonen en aanspraak hebben: ‘Het is essentieel om te begrijpen dat ontmoeting veel meer is dan simpelweg een ontmoetingsruimte met activiteiten.
‘Er valt nog een wereld te winnen bij het ontwerpen van geclusterde woonprojecten voor senioren.’ zegt Tijmen Kuyper van CoWonen. Een adviesbureau voor het ontwerpen van collectieve woonvormen. ‘We zien dat de opleidingen bouwkunde hier langzaamaan aandacht aan gaan besteden, maar de meeste architecten zijn er niet in geschoold.’ Ook woningcorporaties zijn zoekende. Met de opdracht om 40.000 geclusterde woningen voor senioren te realiseren, komen er allerlei vragen op: wat kun je meegeven in een programma van eisen? En hoe kun je de kansen tot ontmoeting verbeteren in de bestaande bouw?
De meeste architecten zijn niet geschoold in collectieve woonvormen
Kuyper en zijn collega Krabbendam stelden zes basisprincipes vast die mensen kunnen helpen bij het opstellen van een programma van eisen voor een woongebouw waar wordt ingezet op ontmoeting. “Denk bijvoorbeeld aan eigenaarschap. Als je het gevoel hebt dat een ruimte ook deels van jou is, dan ga je ervoor zorgen”, zegt Kuyper. “Een ander principe is privacy: als er geen plek is waar je je veilig kunt terugtrekken, dan werkt gemeenschappelijkheid niet. Je kunt niet de hele tijd on stage zijn. De principes kunnen ook helpen bij het analyseren waarom ontmoeting in een gebouw niet tot stand komen.’
De zes basisprincipes zijn:
- Privacy
- Eigenaarschap
- Sociale Schaalniveaus
- Spontane interactie
- Geplande interactie
- Sociale continuïteit
Lees het volledige artikel op de website van Platform31.
Mirjam Sweijd zegt
Eerlijk gezegd gaan dit soort ontwerpvraagstukken voor iedereen op. Mijn woonervaringen zijn talrijk.
Essentieel is dat mensen elkaar spontaan tegenkomen/ontmoeten op straat, in de gemeenschappelijke gangen, trappenhuizen, pleintjes. Dus nooit een anonieme entree met een lift als belangrijkste ontsluiting van woningen. Wel brede galerijen waarop men op een plezierige manier even kan blijven zitten, brede trottoirs waar mensen zich verantwoordelijk kunnen voelen voor meubilair en groen. Maar ook: ruimte om elkaar spontaan tegen te komen zonder verkeers- en ander lawaai. Daarnaast is het van belang dat spontane ontmoetingsplekken bij elk weertype aantrekkelijk blijven. Dus zon & schaduw en deels overdekt. Dit alles is veel belangrijker dan vooraf geprogrammeerde gemeenschappelijke ‘huiskamers’.. Natuurlijk kan een dergelijke voorziening ook nuttig zijn, maar is zeker geen garantie omdat deze ruimten ook nog wel eens ‘geclaimd’ worden door activelingen waardoor niet iedereen zich ertoe aangetrokken voelt.
Tot slot: Vrijburcht op Steigereiland IJburg functioneert al heel lang succesvol op deze manier. Voor jong & oud.
Hermien Miltenburg zegt
Wat een mooie reactie Mirjam. Ik ben het met je eens dat we met zijn allen in stedenbouwkundige projecten en woningbouw veel meer zouden moeten letten op ‘elkaar ontmoeten’. Er is ook wel eens geopperd dat het goed zou zijn als woningen en buurten een ‘sociaal label’ zouden krijgen. Net zoiets als het huidige energielabel, maar dan gericht op contact. Hoe goed is deze woning / buurt gebouwd in het kader van elkaar ‘zien en ontmoeten’?
Zou je eens een verhaaltje kunnen schrijven over Vrijburcht? Dat lijkt me heel inspirerend voor een van onze communicatiekanalen bijvoorbeeld nieuwsbrief, facebook of wijzer wonen…