Een nieuwe heup, slechter zien, een beroerte, beginnende dementie. Allemaal zaken waar je zeker op latere leeftijd mee te maken kunt krijgen. In woongemeenschap Voormekaar hebben ze het allemaal voorbij zien komen. ‘Vanaf het begin hebben we afgesproken elkaar te helpen. En dat gaat goed. Ieder doet wat op zijn eigen manier.’
Vrijdag 9 september 2022 verzorgt de LVGO een themamiddag over zorg in de woongemeenschap. Woongroep ‘Voormekaar’ in Boxmeer mag zich op dat punt ervaringsdeskundige noemen. Koosje van der Horst deelt als bewoner haar ervaringen op deze themamiddag. De LVGO sprak met haar.
Koosje: ‘Een medebewoner was opgenomen in het verpleeghuis na een herseninfarct Er waren nog duidelijk beperkingen maar zij wilde graag weer naar haar eigen huis. In overleg met de kinderen is zij thuisgekomen en is er een mobieltje gekomen dat als nummer 1 op haar telefoon stond. Iemand van ons had dat bij zich en dit gaf zo een gevoel van veiligheid. In de groep waren er op enig moment ook 2 bewoners die een nieuwe heup hadden. Ze konden zelf niet koken, en dat hebben wij toen voor ze gedaan.’

Om toerbeurt koken
Het zijn voorbeelden van tijdelijke lichamelijk ongemak welke Koosje bestempelt als niet ingewikkeld. Complexer wordt het bijvoorbeeld bij dementie. Koosje: ‘Corona deed daar soms nog een schepje bovenop. Eén van onze bewoners had dementie. Eigenlijk had ze opgenomen moeten worden, maar vanwege corona ging dat toen niet.
Eigenlijk had een bewoner opgenomen moeten worden, maar vanwege corona ging dat toen niet.
Het zorgelijke was dat ze niet meer at. Toen hebben we haar iedere ochtend een ontbijt gebracht. En we maakte een lijstje dat we om en om een maaltijd naar haar brachten, zelf gekookt of een klaargemaakte diepvriesmaaltijd (die voor haar in een gemeenschappelijke vriezer klaarstond. Daar draaide toen iedereen in mee. Behalve degenen die niets met koken hadden…’
Zingen in coronatijd
Koosje: ‘Maar soms was ze haar fiets kwijt of liep ze weg. Dan gingen we samen naar haar op zoek. We hadden het wel zo geregeld dat ze altijd zelf weer naar binnen kon. Zonder gedoe met sleutels. Een andere bewoner werd door haar dementie erg onzeker: “Heb ik iets verkeerd gedaan?” Die sloeg dan alarm. Dan gingen we rustig bij haar zitten. Op enige moment had ze 24 uur per dag iemand nodig die bij haar bleef. Haar zoon heeft hier ook nog enkele nachten gezeten, maar uiteindelijk moest ze toch worden opgenomen. En dat in coronatijd. Heel vervelend, want we mochten niet naar binnen. Op haar verjaardag hebben we buiten voor het verpleeghuis voor haar gezongen.’
Samenwerking met verpleegkundige
Koosje: ‘Het verraderlijke van dementie is dat het zo geleidelijk er in sluipt. Het heeft wel anderhalf jaar geduurd voordat we wisten wat er aan de hand was. Toen het duidelijker werd is de hulp van een ouderenverpleegkundige ingeroepen. (Gelukkig noemen ze die hier geen casemanager. Wij snappen al niet wat die term betekent, laat staan dat je dat begrijpt wanneer je dementeert!) Die heeft ons ook betrokken bij gesprekken en mogelijke oplossingen.’
Gelukkig heet een casemanager hier gewoon ouderenverpleegkundige
‘Verpleegkundigen en huisartsen die hier in de woongroep over de vloer komen zijn blij met onze aanwezigheid. Ze weten dat ze altijd buren kunnen vragen wanneer er bijvoorbeeld medicijnen moeten worden opgehaald. We hebben een wijkverpleegkundige ook gevraagd een kijkje te komen nemen in de groep. Zo kreeg ze een beter idee welke vragen ze wel of niet bij ons neer kan leggen.’
Iedereen zijn eigen invulling
Koosje: ‘Ook de familie is blij. Al kent onze hulp ook duidelijk grenzen. We hebben soms een app-groepje met familie om daarover te overleggen. Als je hier woont moet je alles kunnen vragen én je moet er iets van kunnen zeggen. Niemand hoeft perse. We hebben wel vanaf het begin uitgesproken dat we willen helpen, maar we geven geen thuiszorg.
Hoe te helpen bepaalt ieder voor zichzelf.
Hoe het helpen ingevuld wordt bepaalt ieder vervolgens voor zichzelf. De een praat makkelijk, de ander zorgt, de volgende helpt in praktische zaken. Onze oudste bewoners, draaien wat minder mee. Je lost het samen op. Op enig moment had een bewoner zich vervuild. Ik heb haar toen gewassen. Misschien scheelt het dan dat ik vroeger huisarts ben geweest. In ieder geval had niet iedereen dat gedaan. Maar ik ben er zeker van dat anderen in ieder geval bij haar waren gebleven totdat de wijkzuster kwam.’
Eén grote familie
‘Met de familie bestaat sowieso een fijne band. Onlangs bestond de woongroep 15 jaar. Dat hebben we toen samen met familie gevierd. Onze kinderen komen hier ook al die jaren over de vloer. Die kennen elkaar en de andere bewoners ook. Voor hen is onze woongemeenschap eigenlijk één grote familie.’
Vragen wat er nodig is
Koosje: ‘Hulp vragen is lastig. Niet iedereen kan dat. Maar als we merken dat er iets nodig is dan gaan we in gesprek en kijken we wat we kunnen doen. Eén van ons in bijna blind. Daar gaat nu iemand wekelijks voorlezen. Natuurlijk heb je luisterboeken, maar het is toch prettig wanneer er regelmatig iemand is. En dat leidt soms weer tot andere initiatieven. Vaak is ook heel duidelijk wat er nodig is. Bijvoorbeeld wanneer iemand ontslagen wordt uit het ziekenhuis. Dan weet je dat er een paar weken gekookt moet worden.’
Geleerde lessen
Koosje: ‘De lessen die we intussen geleerd hebben? Soms moet je toegeven dat het je boven het hoofd dreigt te groeien. Je moet niet te veel hooi op je vork willen nemen. Twee bewoners met dementie in tijden van corona, dat was teveel. Dan bespreken we met familie dat de grenzen bereikt zijn. Maar dat is eigenlijk vooral het geval wanneer teveel hulpvragen zich opstapelen.’
Neem niet teveel hooi op je vork.
‘Weet je, het meeste lost zich vanzelf op: “Een bezoek aan de poli? Lukt dat? Andes rijd ik wel.” Daar hoef je geen kinderen voor op te trommelen. Het ziekenhuis is hier 10 minuten vandaan. Voor ons een makkie.’
9 september 2022: LVGO-themamiddag ‘De zorgzame woongemeenschap’. Kijk hier voor meer informatie en aanmelding.
Bekijk hier de infographic van Alzheimer Nederland over dementievriendelijk wonen.
Tekst: Yolanda Stil
Beeld: Koosje van der Horst; Moon Saris – de getoonde personen komen niet in het verhaal voor.
Anny zegt
Een prachtig initiatief. Inmiddels veel gelijksoortige woongemeenschappen in ons land. Plus Magazine bracht daar een special over uit.
Toch zou bij de info over deze mogelijkheden duidelijk vermeld moeten worden dat dit enkel voor financieel daadkrachtigen is. De koopappartementen waren destijds al niet goedkoop.
Yolanda Stil zegt
@Anny, prijzen bewegen natuurlijk mee met de markt. De woningen binnen woongemeenschap Voormekaar zijn koopwoningen, maar het is goed te weten dat 93% van de bij de LVGO aangesloten woongemeenschappen (ook) over huurwoningen beschikt. In maar liefst 59% van onze woongemeenschappen vallen alle woningen binnen de sociale sector: Gemeenschappelijk wonen is gelukkig niet alleen voor financieel daadkrachtigen weggelegd. De LVGO maakt zich hier ook sterk voor bijvoorbeeld door ook woningcorporaties voor gemeenschappelijk wonen te enthousiasmeren.
Alberta van der Woude zegt
Dag Koosje,
Mijn bericht is behoorlijk later dan deze publicatie, waardoor ik hoop dat jou deze toch bereikt. Ik dacht vanochtend ineens aan jullie beiden en dat met warme gevoelens. Dus ben ik digitaal gaan rondstruinen en na het geweldige bericht over de redding in Woerden, kom ik hier uit. Een Leefgemeenschap Site met een onderwerp waar ik zelfs enige dagen geleden nog een gesprek over had bij mijn vriendin, De onderwerpen als door jou beschreven, zijn precies die, waarom ik ook een groot voorstander ben. Dank voor je mooie beschrijving van het reilen en zeilen binnen jullie woongroep. Ik hoop van harte dat het goed met jullie gaat en dit bericht je op één of andere manier bereikt. Warme groet vanuit Sint-Oedenrode